Met het intreden van het nieuwe jaar dient zich een beslissende tijd aan voor cryptodienstenaanbieders. Het jaar 2024 staat voor partijen die crypto-assetdiensten aanbieden, of voornemens zijn om dit te gaan doen, in het teken van het aanvragen van een MiCAR-vergunning. Vanaf 30 december 2024 moeten cryptodienstenaanbieders beschikken over een vergunning om actief te zijn op de Europese cryptomarkt. Deze vergunning vervangt het huidige registratieregime onder de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (‘Wwft’), dat momenteel onder toezicht staat van DNB.  

De introductie van de vergunningsplicht heeft invloed op de kosten en het speelveld van aanbieders. Daar komt bovenop dat de voorgestelde Nederlandse overgangstermijn, zoals beschreven in de Uitvoeringswet verordening cryptoactiva, partijen dwingt om op korte termijn te beslissen of ze een MiCAR-vergunning willen verkrijgen. De gevolgen van de stijgende kosten, het veranderende speelveld en de korte overgangstermijn wegen met name zwaar op de schouders van kleine tot middelgrote aanbieders van cryptodiensten. Hierdoor dienen partijen de volgende factoren te overwegen: 

  • Om een MiCAR-gereguleerde partij te worden, is het belangrijk om rekening te houden met zowel de eenmalige als doorlopende kosten, aangezien deze gezamenlijk significante financiële lasten met zich mee kunnen brengen. Hieronder volgt een indicatie van het type kosten: 
    • Eenmalige kosten: deze omvatten de kosten voor het voltooien van de vergunningsaanvraag. Daarnaast mogelijk externe hulp zoals advieskantoren en/of advocaten. De hoogte van deze kosten is echter sterk afhankelijk van de mate van kennis en expertise die intern aanwezig is voor het aanvragen van een vergunning. 
    • Doorlopende kosten: deze omvatten aanpassingen in de bedrijfsvoering die nodig zijn om te voldoen aan de vereisten van deze vergunning, zoals kapitaalvereisten, inregelen van AML- en compliancefuncties inclusief bijbehorende systemen, business continuity, enzovoort. Daarnaast zijn er ook nog de kosten voor het doorlopend toezicht die jaarlijks in rekening worden gebracht.  
  • Het gelijke Europese speelveld, wat door het MiCAR-regime wordt beoogd, leidt tot vergroting van de markt. Dit brengt naast commerciële kansen ook risico’s met zich mee, met name voor kleine en middelgrote cryptodienstenaanbieders. Wij verwachten dat met name deze categorieën risico’s zullen ondervinden, aangezien grote internationale bedrijven met aanzienlijke budgetten de markt zullen proberen te domineren met grootschalige marketingcampagnes of door het overnemen van lokale cryptodienstenaanbieders.  
  • De gestelde deadline van de vergunningsaanvraag in de voorgenomen Nederlandse procedure vormt een additionele uitdaging voor betrokken partijen. Er ligt een voorstel om de overgangstermijn van het huidige registratieregime naar MiCAR te verkorten van de initieel vastgestelde achttien maanden naar zes maanden.  
  • In sommige lidstaten bestaat er de mogelijkheid om gebruik te maken van de lidstaatoptie. Deze optie maakt het aanbieden van een vereenvoudigde procedure voor MiCAR-vergunningsaanvragen mogelijk voor partijen die momenteel over een nationale vergunning beschikken. Nederlandse aanbieders kunnen echter geen gebruik maken van deze optie, omdat er slechts sprake is van een registratieregime.   

De bovenstaande ontwikkelingen maken het lastig voor de kleine tot middelgrote cryptodienstenaanbieders om zelfstandig te blijven bestaan. Deze partijen zullen mogelijk genoodzaakt zijn om de onderneming te verkopen of zelfs te sluiten. Recente voorbeelden hiervan zijn LiteBit en Bitcoin Meester, die ofwel zijn gestopt als gevolg van de toegenomen toezichtkosten, ofwel zijn overgenomen door een grote internationale partij, zoals Kraken. Dat deze ontwikkelingen in 2024 worden voortgezet, is op basis van bovenstaande onvermijdelijk. Wij voorzien dan ook verdere consolidatie van de Nederlandse cryptomarkt.  

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Wij houden je op de hoogte per e-mail. Geef hier je voorkeuren door.